bekken - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bek-ken
1. gedeelte van je lichaam tussen je heupen
♢ haar bekken is niet ruim genoeg om een kind te baren
2. wijde, ondiepe kom
♢ in dit bekken hoort warm water voor het nat scheren
3. holte in de nier
♢ zij heeft een ontsteking van het nierbekken
4. koperen schijf met leren handvat
♢ twee bekkens vormen samen een muziekinstrument
Zelfstandig naamwoord: bek-ken
het bekken
de bekkens
Gepubliceerd op 14-11-2017
bekken
betekenis & definitie