Wat is de betekenis van Bekken?

2023-10-02
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

bekken

1) (1984) (jeugd) zoenen. Syn.: aflebberen*; op de bek* gaan; clashen*; etsen*; fietsen (4)*; fiksen*; kaken*; klefbekken*; klem* zetten; lebberen*; plakken*; rapekaken*; smakken*; smossen*. • Bekken: kussen, zoenen. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) • (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangsta...

2023-10-02
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bekken

bekken - Zelfstandignaamwoord 1. een vrij ondiepe maar brede ronde schaal 2. (anatomie) het gebeente tussen beide heupen Mensen hebben een nauw bekken en dat kan bij de geboorte van een kind een groot probleem zijn. 3. (muziekinstrument) een slaginstrument bestaande uit een metalen schaalv...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over Bekken?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-02
Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Bekken

Onderdeel van het skelet bestaande uit met elkaar vergroeide beenderen die een verbinding vormen tussen de wervelkolom en de achterste ledematen Het bekken (pelvis) van de mens bestaat uit drie gepaarde heupbeenderen en het heiligbeen (os sacrum). Het heiligbeen is opgenomen in de wervelkolom en eindigt in het staartbeen (coccyx). De drie heupbeend...

2023-10-02
Historische collectie Nederland begrippenlijst

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

bekken

Opening of gat in het blok van een schaaf waardoor de schaafbeitel wordt gestoken, zó dat deze er aan de onderzijde van het blok, aan de zool, met de scherpe zijde, de vouw, doorheen steekt.

2023-10-02
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bekken

bekken - zelfstandig naamwoord uitspraak: bek-ken 1. gedeelte van je lichaam tussen je heupen ♢ haar bekken is niet ruim genoeg om een kind te baren 2. wijde, ondiepe kom ♢ in dit bekken hoort w...

2023-10-02
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

bekken

Het deel van het skelet dat de benen met de wervelkolom (ruggengraat) verbindt. Het bekken bestaat uit het heupbeen en de heupkom. Het speelt een belangrijke rol bij de houding en de beweging van het hele lichaam. Het bekken beweegt mee met de benen en de romp. In de bekkenholte zitten allerlei organen. Vrouwen hebben een breder bekken dan mannen....

2023-10-02
Het Groot Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Bekken

Bekken - goed klinken. Toneeljargon. Carré is niet het orgasme, dat is natuurlijk waanzin, maar je moet wel geprepareerd binnenkomen. Je moet geen twijfels meer hebben, geen onzekerheden. Het moet bekken. - Vrij Nederland 24.8.1985 ​

2023-10-02
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Bekken

Bekken - jeugdslang voor ‘zoenen’. Alsof ik niet met eigen ogen heb gezien hoe eerzame huisvaders hun kans schoon zagen en een beschonken buurmeisje bekten, onderwijl een hand tussen d’r boerenkieltje en beha proppend. Nieuwe Revu, 27-02-98

2023-10-02
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

bekken

zie zak.

2023-10-02
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Bekken

1. het menselijke bekken is een uit drie paar botten opgebouwde ring, die het rompskelet naar onder toe afsluit. Het dient als drager van de buikorganen. Daarmee zijn de benen in het heupgewricht verbonden. Door het vaste heiligbeen (sacrum) is het bekken met de wervelkolom verbonden; 2. muziekinstrument dat uit twee koperen, holvormige sc...

2023-10-02
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

bekken

onderste gedeelte van de romp. Het benige deel wordt gevormd door twee heupbeenderen, heiligbeen en staartbeen. Tesamen vormen ze de bekkengordel. Komt voor bij gewervelde dieren met achterste (of onderste) ledematen.

2023-10-02
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

bekken

(het, -s), teil, i.h.b. van metaal, vooral om (a) in te wassen (wasbekken) of (b) iets in te vervoeren (boodschappenbekken). a: ( ) en dan, na enkele minuten hoor je bekkens slaan, de waterleidingkraan stromen, een tep-tep klepperen, water over een lichaam storten ( ) (Dobru 1968a: 26). b: Sita vangt ook een manja. Die doet zij in een bekken (A. de...

2023-10-02
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Bekken

pelvis, 1. anatomische benaming voor ieder deel van een orgaan dat in vorm of functie op een bekken gelijkt; bijv. nierbekken; 2. is in engere zin de grote schotelén ringvormige structuur van beenderen in het onderlichaam, dat met de acetabula (zie acetabulum) steunt op de dijbeenderen en met het heiligbeen de wervelkolom draagt. Behalve uit...

2023-10-02
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bekken

bestaat uit drie gepaarde beenderen, het darmbeen, het zitbeen en het schaambeen, die de linker en rechter bekkenhelft vormen. Het b. vormt met het kruisbeen de basis van het kruis (z. Geraamte).

2023-10-02
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bekken

s.n., bekken (it), krûs (it).

2023-10-02
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bekken

I. o. (-s), 1. wijde, ondiepe ronde kom, bestemd om vocht op te vangen of te bevatten (vgl. doop-, scheerbekken): het bekken ener fontein ; 2. metalen bord waartegen geslagen wordt om een sein te geven, inz. dat waarop de omroeper slaat alvorens de bekendmaking te doen ; — aan of in het bekken zijn, in het openbaar geveild worden; 3. (muz....

2023-10-02
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Bekken

(1 aardrijkskunde) is een lager gelegen gedeelte der aardoppervlakte, door gebergten of heuvels omringd. Ligt het beneden de gemiddelde zeespiegel, dan wordt het gewoonlijk door een meer of zee bedekt. Voorbeelden van zeebekkens zijn de Middellandse Zee, de Golf van Mexico. Voorbeelden van meerbekkens zijn de grote Noordamerikaanse meren, welke 77...

2023-10-02
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bekken

o. bekkens (1 [wijde, ondiepe, ronde] kom, schaal, schotel; 2 metalen schotel, waartegen geslagen wordt inz. van omroepers; 3 muz. slaginstrument: twee holronde, koperen of zilveren schijven, die strijkelings tegen elkaar geslagen worden; 4 ontleedk. komvormig beenderenstel, waaraan de achterste ledematen zijn bevestigd; 5 aardr. stroomgebied; komv...

2023-10-02
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Bekken

1) i/d aardrijkskunde een komvormige uitholling der aardkorst; 2) i/d anatomie de vaste komvormige beengordel, bestaande uit 2 heupbeenderen, het heiligbeen en het staartbeen, die den romp v. onderen begrenst; 3) komvormig slaginstrument.

2023-10-02
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bekken

o. (-s ; -tje) [Lat. baccinum, vklw. van baaca, bak] I. Eig. 1. Algm. eerder ondiepe bak, kom, schotel : een houten, stenen, metalen -. 2. Inz. bekken om vocht te bevatten : doop-, fontein-, scheer-, water-, b. metalen schotel, waartegen een omroeper slaat alvorens een bekendmaking te doen. c. Muz. een der twee koperen schijven die strijkelings teg...