beethebben - onregelmatig werkwoord
uitspraak: beet-heb-ben
1. vastpakken met de tanden
♢ die hond heeft me lelijk beetgehad
2. vis aan de haak hebben
♢ pas na twee uur vissen had ik beet
3. iemand op een onschuldige, grappige manier voor de gek houden
♢ met die 1-aprilgrap heeft hij ons lelijk beetgehad
Onregelmatig werkwoord: beet-heb-ben
ik heeft beet (... ik beetheeft)
jij/u heeft beet (... jij beetheeft)
hij/zij heeft beet (... hij beetheeft)
wij/zij/jullie hebben beet (... wij beethebben)
ik/jij/u/hij/zij had beet (... ik beethad)
wij/zij/jullie hadden beet (... wij beethadden)
hij heeft beetgehad
Synoniemen
foppen
Gepubliceerd op 14-11-2017
beethebben
betekenis & definitie