beet - zelfstandig naamwoord
1. het ergens je tanden in zetten
♢ bij de eerste beet proefde ik al dat de garnaal bedorven was
2. wond of afdruk die door bijten is ontstaan
♢ Becky heeft een beet van de hond in haar arm
3. wat je voelt als je bijt
♢ deze appel heeft een knapperige beet
Zelfstandig naamwoord: beet
de beet
de beten
Gepubliceerd op 14-11-2017
beet
betekenis & definitie