afzwakken - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-zwak-ken
1. geleidelijk zwakker worden
♢ na de storm zwakte de wind af
2. zwakker maken
♢ Welmer heeft zijn mening aanzienlijk afgezwakt
Regelmatig werkwoord: af-zwak-ken
ik zwak af (... ik afzwak)
jij/u zwakt af (... jij afzwakt)
hij/zij zwakt af (... hij afzwakt)
wij/zij/jullie zwakken af (... wij afzwakken)
ik/jij/u/hij/zij zwakte af (... ik afzwakte)
wij/zij/jullie zwakten
hij heeft afgezwakt
de/het/een afgezwakte ....
afzwakkend, afzwakkende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk