agenda - zelfstandig naamwoord
uitspraak: a-gen-da
1. boekje waarin je opschrijft wat je wanneer moet doen
♢ schrijf je deze afspraak in je agenda?
2. lijst van onderwerpen voor een vergadering
♢ staat dit onderwerp wel op de agenda?
Zelfstandig naamwoord: a-gen-da
de agenda
de agenda's
het agendaatje
Gepubliceerd op 14-11-2017
agenda
betekenis & definitie