storm - zelfstandig naamwoord
1. zeer hevige wind
♢ er stond een harde storm aan de kust
1. een storm in een glas water
[grote ophef om een onbelangrijke zaak]
2. wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor een kleine misstap word je zwaar gestraft]
3. stilte voor de storm
[onheilspellende rust of stilte]
Zelfstandig naamwoord: storm
de storm
de stormen
het stormpje
Gepubliceerd op 14-11-2017
storm
betekenis & definitie