afstappen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-stap-pen
1. van de fiets of brommer af komen
♢ hij stapte af voor de grote helling
2. een idee loslaten
♢ hij is van dat plan afgestapt
Regelmatig werkwoord: af-stap-pen
ik stap af (... ik afstap)
jij/u stapt af (... jij afstapt)
hij/zij stapt af (... hij afstapt)
wij/zij/jullie stappen af (... wij afstappen)
ik/jij/u/hij/zij stapte af (... ik afstapte)
wij/zij/jullie stapten af (... wij afstapten)
hij is afgestapt
de/het/een afgestapte ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk