afsteken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: af-ste-ken
1. houden (van toespraak)
♢ hij steekt een geweldig verhaal af
2. heel andere kenmerken hebben
♢ het wit steekt goed af tegen dat zwart
Onregelmatig werkwoord: af-ste-ken
ik steek af (... ik afsteek)
jij/u steekt af (... jij afsteekt)
hij/zij steekt af (... hij afsteekt)
wij/zij/jullie steken af (... wij afsteken)
ik/jij/u/hij/zij stak af (... ik afstak)
wij/zij/jullie staken af (... wij afstaken)
hij heeft afgestoken
de/het/een afgestoken ....
afstekend, afstekende
Synoniemen
contrasteren
Tegenstellingen
overeenkomen, overeenstemmen, stroken
Gepubliceerd op 14-11-2017
afsteken
betekenis & definitie