Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

afleggen

betekenis & definitie

afleggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-leg-gen

1. het doen
wanneer moet je dat examen afleggen?
1. verantwoording afleggen
[vertellen waarom je iets op een bepaalde manier gedaan hebt]
2. tot het einde volgen
♢ we legden tien kilometer af
3. een dode verzorgen
♢ de dode werd door de verpleegster afgelegd
4. van iemand verliezen
♢ hij moest het afleggen tegen deze reus

Regelmatig werkwoord: af-leg-gen
ik leg af (... ik afleg)
jij/u legt af (... jij aflegt)
hij/zij legt af (... hij aflegt)
wij/zij/jullie leggen af (... wij afleggen)
ik/jij/u/hij/zij legde af (... ik aflegde)
wij/zij/jullie legden af (... wij aflegden)
hij heeft afgelegd
de/het/een afgelegde ....

< >