Synoniemen zoeken
Synoniem van afleggen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
afleggen
afleggen, zich ten einde toe bewegen over een bepaalde afstand, langs een route, een weg. Hemellichamen doorlopen een baan.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Afleggen
Het zich ontdoen van kleedingstukken of sieraden. Afleggen verschilt hierin van afdoen. dat het onderstelt dat het afdoen met zorg geschiedt en dat het afgedane behoorlijk wordt weggelegd. Bij uitbreiding, oneigenlijk: voor goed afleggen, om het niet weer aan te doen, van kleedingstukken, hoedanigheden, gezindheden, enz. Zijne kroon afleggen; wrok, haat, angst, rouw, droefheid afleggen. Afwerpen staat tegenover omwerpen, afzetten tegenover opzetten, af doen en uitdoen staan tegenover aandoen; uitschieten en uittrekken tegenover aanschieten en aan¬trekken; zie bij Aandoen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
afleggen
afleggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-leg-gen
1. het doen
♢ wanneer moet je dat examen afleggen?
1. verantwoording afleggen
[vertellen waarom je iets op een bepaalde manier gedaan hebt]
2. tot het einde volgen
♢ we legden tien kilometer af
3. een dode verzorgen
♢ de dode werd door de verpleegster afgelegd
4. van iemand verliezen
♢ hij moest het afleggen tegen deze reus
Regelmatig werkwoord: af-leg-gen
ik leg af (... ik afleg)
jij/u legt af (... jij aflegt)
hij/zij legt af (... hij aflegt)
wij/zij/jullie leggen af (... wij afleggen)
ik/jij/u/hij/zij legde af (... ik aflegde)
wij/zij/jullie legden af (... wij aflegden)
hij heeft afgelegd
de/het/een afgelegde ....