Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

aangapen

betekenis & definitie

aangapen - regelmatig werkwoord
uitspraak: aan-ga-pen

1. met open mond naar iemand kijken
toen Jan met die hoed op binnenkwam, werd hij door iedereen aangegaapt

Regelmatig werkwoord: aan-ga-pen
ik gaap aan (... ik aangaap)
jij/u gaapt aan (... jij aangaapt)
hij/zij gaapt aan (... hij aangaapt)
wij/zij/jullie gapen aan (... wij aangapen)
ik/jij/u/hij/zij gaapte aan (... ik aangaapte)
wij/zij/jullie gaapten aan (... wij aangaapten)
hij heeft aangegaapt
de/het/een aangegaapte ....

< >