aaneengesloten - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: aan-een-ge-slo-ten
1. wat één geheel vormt
♢ ons huis staat in een aaneengesloten rij huizen
2. wat zonder onderbreking verloopt
♢ hij is acht jaar aaneengesloten minister geweest
Bijvoeglijk naamwoord: aan-een-ge-slo-ten
Gepubliceerd op 14-11-2017
aaneengesloten
betekenis & definitie