apparaat dat uit de omringende lucht (of bodem) warmte haalt en deze afgeeft aan b.v. een gesloten circuit met water. Een warmtepomp is gebaseerd op hetzelfde principe als de koelkast, maar werkt omgekeerd: bij een koelkast wordt juist de warmte uit de kast weggehaald.
De werking van de warmtepomp berust op de eigenschap van een uitzettend gas om warmte uit zijn omgeving op te nemen.
Dit proces wordt geregeld door een compressor (die eerst het gas samenperst), die meestal wordt aangedreven door een elektromotor. Een warmtepomp gebruikt zelf dus ook energie, maar weinig vergeleken met de hoeveelheid warmte die er verplaatst kan worden. Warmtepompen bieden goede perspectieven als energiezuinige verwarmingsapparaten. Zij zijn echter betrekkelijk duur. Er wordt op grote schaal in West-Europa mee geëxperimenteerd. In Nederland hoopt men vooral op de ontwikkeling van een gasgestookte warmtepomp.
