Gepubliceerd op 01-12-2020

transport van gevaarlijke stoffen

betekenis & definitie

vervoer van toxische, agressieve of explosieve stoffen. Transport van gevaarlijke stoffen vindt plaats per pijpleiding, schip, trein of auto.

Bij transport per pijpleiding bestaat gevaar voor lekkages. In het geval van gastransport kan dit aanleiding geven tot explosies, die zich in de leiding voortzetten over vele kilometers. Bij transport per schip, trein of auto is de gevaarlijke stof (meestal in vloeibare vorm) opgesloten in een daartoe geschikt vat. Zo worden zuurstof, waterstof en stikstof in flessen vervoerd, LPG, chloor, ammoniak en loog in wagons, en vooral gassen en brandbare stoffen in tankauto’s.De gevaren die aan het transport van deze stoffen verbonden zijn, zijn sterk afhankelijk van de soort stof. Een breuk van een loogwagon levert slechts een loogplas ter plaatse op. Er moet alleen voor worden gezorgd dat het loog niet bij het grondwater kan komen. Een breuk in een chloortankauto echter veroorzaakt een zware chloorwolk, die kilometers ver nog gevolgen — vooral voor de plantenwereld — kan hebben. Het grote gevaar bij LPGtanks is, dat deze door een eventuele brand verhit worden, waardoor de tankinhoud gaat koken en mede daardoor een breuk wordt veroorzaakt (→ BLEVE). De ontsnappende damp kan dan tot een vuurbal leiden, met zeer hoge warmte-intensiteit gedurende enkele seconden.

Bij elk van de genoemde vervoerssystemen en elke stof schuilt een groot gevaar in overvullen van de betrokken tank. Daardoor kan de druk in de tank, ook bij relatief geringe temperatuurstijging, al excessief oplopen en tot een breuk leiden. M.n. in de vs zijn ernstige ongevallen met tankwagons en -auto’s voorgekomen. De gevolgen van een ongeval zijn daar veelal veel ernstiger dan in Europa, vanwege afwijkende wagonconstructies en minder strenge eisen betreffende materiaal en beveiligingen. In Nederland worden zeer strenge eisen dienaangaande gesteld. Het toezicht daarop wordt uitgeoefend door de Dienst van het Stoomwezen.

Problemen zijn er nog wel, vooral doordat er ten aanzien van deze eisen binnen de EG geen uniformiteit bestaat, en hier veelvuldig auto’s en wagons uit andere landen rijden. Zo eist het Stoomwezen dat er in Nederland in tankauto’s veiligheidsventielen aangebracht zijn. In Italië daarentegen zijn deze juist verboden, wegens het gevaar van lekkage tijdens een rit door een tunnel. Tankauto’s die gevaarlijke stoffen vervoeren, moeten voorzien zijn van een schildje, waarop de inhoud in code is vermeld. Dezelfde schilden gelden ook voor spoorwagons. In Nederland hebben de gemeentebesturen de bevoegdheid om wegen of weggedeelten aan te wijzen als verplichte route voor auto’s met bepaalde gevaarlijke stoffen (dus niet voor alle stoffen). Voor tunnels geldt een verbod voor het vervoer van ontplofbare, licht ontvlambare, voor zelfontbranding vatbare, tot vloeistof verdichte brandbare, bijtende en corrosieve stoffen. → vervoer gevaarlijke stoffen, Wet.