middelen die toegepast worden om hout tegen chemische en/of biologische aantasting te beschermen. Tot de biologische aantasting behoren de inwerking van schimmels, insekten, paalwormen en (vooral anaërobe) rottingsbacteriën.
Tot de houtbeschermingsmiddelen behoren: oliën of olieachtige Produkten als creosootolie, carbolineum, chloornaftaline; in water oplosbare middelen (tal van zoutmengsels); synthetisch-organische verbindingen opgelost in organische oplosmiddelen.Er zijn zeer veel in water oplosbare middelen. Het zijn meestal combinaties van koper-, arseen- en chroomzouten. Tot de synthetisch-organische verbindingen behoren o.m. koper- en zinknaftenaat, veelal opgelost in petroleum of analoge koolwaterstoffen. Ten einde de insektendodende werking te verhogen, voegt men soms aan de preparaten nog moderne synthetische insekticiden toe.
Men kan de houtbeschermingsmiddelen toepassen door het hout ermee te bestrijken of te bespuiten (b.v. houtcarbolineum, houtteer), het hout erin te drenken (b.v. in oplossingen van wolmanzouten of organische vloeistoffen zoals carbolineum, oplossingen van koper- of zinknaftenaat, pentachloorfenol, chloornaftaline), of het hout te impregneren d.m.v. de keteldrukmethode.
Het spreekt vanzelf dat met deze middelen, die alle toegepast worden om biologische processen te voorkomen of tot staan te brengen, zorgvuldig moet worden omgegaan. Vooral als een ondeskundige houtbeschermingsmiddelen gebruikt, is het raadzaam dat hij zich goed laat voorlichten. Wanneer men een dergelijk middel toepast in de tuin (schutting of hekwerk) en daarvan op de aarde morst, hebben de planten daar erg van te lijden.
