door de Amerikaan B.Commoner ingevoerde grootheid waarmee hij tracht de milieugevolgen van het invoeren van een bepaald produkt of proces te kwantificeren. Commoner zag als voornaamste maatschappelijke factoren die een rol spelen bij de toeneming van de milieubeïnvloeding het bevolkingsaantal (P) en de toename daarvan (AP), de welvaart (W) en de toename daarvan (AVE), en de aard van de toegepaste technologie met de daarmee gepaard gaande verontreiniging (7) en de toename daarvan (AT).
De totale milieubeïnvloeding (de environmental impact 7) wordt dan gelijk aan het produkt van de factoren; in formule: I = P x W x T. De toename van de milieubeïnvloeding (AT) wordt dan: 1 + AI! I = (1 +AP/P)(l + AW7W)(1 + AT/7)In de tabellen wordt bij wijze van voorbeeld de toename in de environmental impact in de vs van de stikstofoxide-emissie van personenauto’s en het gebruik van pesticiden in de landbouw vermeld. Het blijkt dat de toename in de stikstofbelasting voor een zeer belangrijk deel het gevolg is van de veranderde technologie en niet zozeer het gevolg van de bevolkingstoename, wat door velen wordt gedacht. De in de tabellen gegeven waarden zijn typerend voor de vs en de conclusies die daaruit getrokken kunnen worden, hoeven niet voor de Europese omstandigheden te gelden. De methode van Commoner staat aan kritiek bloot, ook van hemzelf, maar blijft een van de weinige pogingen milieubeïnvloeding te kwantificeren.
Toename van de stikstofoxide-emissie door het autoverkeer in de vs in de periode 1946—67, gerelateerd aan de bevolkingstoename en het toegenomen gebruik van de auto.
indexfactoren stikstofoxide-index (ƒ)
bevolking (P) afgelegde afstand (VV) per hoofd bevolking stikstofoxideemissie per automijl
1946 x 1000 140 686 automijl
1982 ppm/automijl
33,5 10,6
1967 197 846 3962 86,4 77,5
verhouding 1967/1946 1,41 2,00 2,58 7,3 % toename 41 100 158 630
