het kweken van planten of dieren die van economisch nut zijn voor de mens, in zout, brak of zoet water.
Voor de kweek in zout en brak water wordt vaak de term maricultuur gebruikt. De aquacultuur draagt voor ca. 10 % bij aan de uit water gewonnen eiwitten. De opbrengst bedraagt per jaar ca. 7 mln. t, terwijl de wereldvisserij jaarlijks 72 mln. t opbrengt. De belangrijkste produkten zijn gekweekte vis (5 mln. t), schaaldieren (20 000 t), oesters (700 000 t), mosselen (500 000 t) en zeewier (1,4 mln. t, deels geoogst in de natuur). Van de aquacultuurprodukten komt 80 % uit Azië en het Verre Oosten, 10 % uit Europa, 8 % uit Noord-Amerika, 1,2 % uit Zuid-Amerika en 0,8 % uit Afrika. (Afb. p.41)
