Gepubliceerd op 01-12-2020

aardverschuiving

betekenis & definitie

het relatief snel afglijden van een betrekkelijk droge massa aarde en gesteente. Een aardverschuiving ziet men verlopen, wat b.v. bij solifluctie, een veel tragere massaverplaatsing, niet het geval is.

Aardverschuivingen treden gewoonlijk op als gevolg van een verstoring van het bestaande evenwicht, b.v. als een helling van los materiaal ondermijnd wordt door wegenaanleg, door sterke erosie, door een rivier of door een afgraving. Soms worden aardverschuivingen in gang gezet door de schok van een aardbeving. Een bijzonder geval van aardverschuiving is die waarbij de massa glijdt over een nat glijvlak. Men spreekt dan van een puinafglijding, of puin- of aardstorting. In het algemeen is de massa die de helling afglijdt zelf niet zo nat dat zij gaat stromen (zoals bij een modderstroom of lahar), maar is er een natte glijlaag ontstaan door uittredend water (uit een bron), of grondwater dat niet weg kan en zich daardoor onder de laag heeft opgehoopt.De afmetingen van aardverschuivingen lopen sterk uiteen. Soms zijn zij zo groot, b.v. in landen rond de Middellandse Zee, dat zij een ramp veroorzaken. In Nederland blijven aardverschuivingen meestal beperkt tot kleine, plaatselijke gebeurtenissen op taluds van weginsnijdingen, kanalen e.d. In een middelgebergte als de Belg. Ardennen komen aardverschuivingen geregeld voor, zodat stabiliserende maatregelen noodzakelijk zijn. Aardverschuivingen kunnen ook plaatsvinden in puinbergen (b.v. van kolen- of ertsmijnen).

Zo werd het dorp Aberfan in Zuid-Wales in 1966 getroffen door materiaal afkomstig van een steile puinberg. Zware regenval veroorzaakte een aardverschuiving. Deze trof een school, waardoor enkele honderden kinderen de dood vonden.