Gepubliceerd op 03-03-2017

Sikhisme

betekenis & definitie

Religieuze stroming, ontstaan aan het einde van de r5de eeuw in de Indiase provincie Punjab, met in totaal zo'n 20 miljoen aanhangers. In het sikhisme zijn elementen van het hindoeïsme en soefisme1' versmolten. Sikhs (Sanskriet: leerlingen) zijn volgelingen van de stichter Nanak en zijn negen opvolgende goeroes (leermeesters, leraren), tezamen de Tien Goeroes genoemd.

De heilige tekst voor sikhs is de Adi Granth, een verzameling mondeling overgeleverde teksten, in 1604 gecompileerd en geredigeerd door Arjun, de vijfde goeroe. Sikhs geloven in één God, die niet gerepresenteerd en aanbeden mag worden in de vorm van afbeeldingen of beelden. Een sikh moet streven naar direct contact met God door het 'chanten' van Gods naam, meditatie en door een oprecht, tolerant, ijverig en dienstbaar leven te leiden. Het sikhisme is verder wars van ritueel, celibaat, priesterschap, bedevaart en het kastestelsel. Het doel waarnaar sikhs streven is mok- sha1'.

Traditioneel aanvaarden zij de vijf symbolen, ook wel de vijf K's genoemd: kachha, een speciaal soort korte broek, onder de kleren gedragen (zuiverheid), kirpan, een kleine dolk (moed), kara, een armband (moraliteit), kesh, ongeknipte baard en haar (verzaking) gedragen onder een tulband, en kangha, een kam in het haar (reinheid). Zij nemen bovendien de achternaam Singh (leeuw) aan. Nederland telt 9000 à ro ooo aanhangers, van wie de meeste uit Punjab afkomstig zijn. Het sikhisme in Nederland is min of meer verdeeld in een stroming die ook in de Nederlandse cultuur aan de uiterlijke symbolen van het sikhisme wil vasthouden, en een wat vrijzinnige stroming die hier minder aan hecht. Ook jongeren neigen ertoe steeds minder belang te hechten aan de symbolen.

< >