Gepubliceerd op 13-06-2017

Indochina

betekenis & definitie

Benaming voor het oostelijk deel van wat vroeger Achter-Indië heette en dat tot 1954 tot het Franse koloniale rijk behoorde. Indochina omvatte de tegenwoordige staten Laos, Cambodja en Vietnam.

In 1893 verbond Frankrijk Cambodja, Laos, Annam, Tonkin en Cochin-China tot de Indochinese Unie. Annam, Tonkin en Cochin-China vormen met elkaar het huidige Vietnam.

In Indochina werd het Franse onderwijssysteem ingevoerd; in Hanoi kwam een Franse universiteit. In het begin van de twintigste eeuw begon zich een nationalistische beweging te ontwikkelen. Een van de belangrijkste nationalisten was Ho Chi Minh, de leider van de in 1930 opgerichte Communistische Partij van Indochina. In de jaren 1929-30 waren er als gevolg van de economische wereldcrisis boerenopstanden in Cochin-China en Annam. De Fransen traden hard op. Er vielen ongeveer tienduizend doden, terwijl vijftigduizend mensen werden gedeporteerd. In de loop van de jaren dertig bloeide de economie op, vooral rubberplantages en rijstbouw deden het goed. Er werd door de Fransen weinig aandacht aan industrialisatie besteed.

In september 1940 dwongen de Japanners militaire en economische concessies van de Franse autoriteiten af, die namens Vichy-Frankrijk regeerden. Begin 1941 werd Indochina door de Japanners bezet. Het Franse bestuur bleef formeel bestaan. In 1943 keerde Ho Chi Minh naar Indochina terug; hij begon samen met Nguyen Vo Giap de Vietminh te organiseren.



Op 10 maart 1945 maakten de Japanners een einde aan het Franse bestuur. Japan erkende de `zelfstandigheid' van Cambodja, Laos en Vietnam. De Vietminh trok op 19 augustus 1945 Hanoi binnen; keizer Bao Dai trad de volgende dag af. Op 12 september landden Britse en Franse troepen in Saigon, de hoofdstad van het zuidelijk deel van Vietnam. De Fransen traden hard op tegen de Vietminh en tegen stakers die het koloniale bestuur niet terugwensten. Op 6 maart 1946 tekende Ho Chi Minh een verdrag waarbij Vietnam als een vrije staat onderdeel zou zijn van een Indochinese Federatie binnen de Franse Unie. Kort daarop verklaarde het Franse bestuur in Saigon Zuid-Vietnam echter tot een aparte republiek. Een gekozen Vietnamese Nationale Vergadering accepteerde de afscheiding van het zuiden niet. Op 23 november kwamen Franse troepen in Haiphong aan, een havenstad niet ver van de noordelijke hoofdstad Hanoi. De stad werd gebombardeerd, waarbij ongeveer twintigduizend doden vielen. Met dit incident begon de Indochinese oorlog (1946-54). Het einde van de oorlog betekende eveneens het einde van Indochina.