Gepubliceerd op 29-06-2020

Wilhelm II, Duits Keizer

betekenis & definitie

Voluit: Friedrich Wilhelm-Viktor Albert, Duits Keizer, Koning van Pruisen, Prins van Oranje, Vorst van Nassau; regeerde van 1888 tot 1918; geboren op 27 januari 1859, overleden op 4 juni 1941; was als afstammeling van prins Frederik Hendrik een ver familielid van de Oranjes, hetgeen voor zijn relaties met het Nederlandse vorstenhuis van betekenis is geweest. De verwantschapsband tussen het Huis Hohenzollern en het Huis Oranje-Nassau dateert van 1646, toen Louise Henriëtte, de oudste dochter van stadhouder Frederik Hendrik, in het huwelijk trad met Friedrich Wilhelm, de ‘Grote Keurvorst’ van Brandenburg (1620-1688).

Deze zou later als oudste oom van vaderszijde de voogdij voeren voor de minderjarige stadhouder Willem III. De zoon van Friedrich Wilhelm en Louise Henriëtte, Friedrich I (1657-1713), werd in 1701 tot koning in Pruisen verheven en is daarmee de stamvader van het Pruisische koningshuis. Sedert de achttiende eeuw mochten de Pruisische koningen zich zelfs Prins van Oranje noemen. De verklaring daarvoor was gelegen in een erfeniskwestie, die zijn oorsprong vond in 1702 toen stadhouder Willem III overleed. Deze had zijn verre neef Johan Willem Friso aangewezen als erfgenaam, terwijl Friedrich I meende meer aanspraken te maken op de erfenis, en dus de titel Prins van Oranje. Uiteindelijk werd de erfeniskwestie geregeld bij het Traktaat van Accomodement en Partage (1732).

Daarbij werd bepaald dat zowel de Pruisische koning als prins Willem IV, de erfgenaam van Johan Willem Friso, de titel van Prins van Oranje mocht voeren. Wilhelm II, een nazaat van koning Friedrich I, heeft altijd veel werk gemaakt van zijn Oranje-afstamming. Hij beschouwde zichzelf als de laatste mannelijke Oranje, aangezien de Nederlandse Oranjetak sinds het overlijden van koning Willem III in 1890 immers in mannelijke lijn was uitgestorven. Toen hij in 1891 een staatsbezoek aan Nederland bracht, herinnerde hij zijn ‘nicht’ koningin Wilhelmina aan hun gemeenschappelijke familieband.De keizer toonde steeds grote belangstelling voor haar wel en wee, en probeerde zich te bemoeien met de keuze van haar huwelijkspartner. Ook bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina zou hij graag aanwezig zijn geweest, maar koningin Emma hield hem op afstand. Toen hij na de Eerste Wereldoorlog naar Nederland uitweek, liet hij zich in zijn ballingsoord omgeven door voorwerpen die herinnerden aan de gezamenlijke familiegeschiedenis. Zo kwamen in de vestibule van Huis Doorn de beeltenissen te hangen van de Grote Keurvorst en zijn echtgenote, alsmede schilderijen van stadhouder Willem V en zijn echtgenote Wilhelmina van Pruisen. In Doorn waren er contacten met koningin-moeder Emma en prins Hendrik. Prinses Juliana en prins Bernhard woonden in 1938 de inzegening van het huwelijk van zijn kleinzoon Louis Ferdinand bij. In overeenstemming met zijn laatste wil werd Wilhelm II, die ook na zijn dood niet naar Duitsland wenste terug te keren zolang de monarchie niet was hersteld, bijgezet in een mausoleum in de tuin van Huis Doorn.

< >