Napoleon Bonaparte, geboren op 15 augustus 1769 in Ajaccio, overleden op 5 mei 1821 op het eiland Sint-Helena. Frans generaal, Eerste Consul en vervolgens Keizer der Fransen (1804-1814/1815).
Napoleon Bonaparte begon zijn carrière in het Franse leger in het kielzog van de Franse Revolutie. Wegens zijn strategisch inzicht werd hij al op 24-jarige leeftijd tot generaal benoemd. Door succesvolle militaire operaties baande hij zich een weg naar de macht. In 1799 pleegde hij een staatsgreep en werd eerste consul. Op 2 december 1804 kroonde hij zichzelf tot Keizer der Fransen. In 1809 dong hij naar de hand van de jonge Russische grootvorstin Anna Paulowna maar werd door haar afgewezen.
In 1816 zou zij met de Prins van Oranje, de latere koning Willem II, in het huwelijk treden. Franse troepen onder leiding van generaal Pichegru liepen in de winter van 1795 de Republiek der Verenigde Nederlanden onder de voet. Daarmee kwam een einde aan het stadhouderschap van prins Willem V. De Bataafse Republiek werd gesticht, feitelijk een satellietstaat van Frankrijk. De Oranjes verloren in de loop der jaren steeds meer de hoop op herstel van hun stadhouderlijke positie. Eind december 1801 stelde Willem V vanuit slot Oranienstein in Dietz een brief op waarin hij aangaf het goed te keuren dat zijn volgelingen bestuurlijke functies in de nieuwe republiek op zich zouden nemen.
Een paar maanden later (februari 1802) had erfprins Willem Frederik, toen nog een bewonderaar van Napoleon, een tamelijk vernederend onderhoud met Napoleon om schadevergoeding voor de verloren gegane functies en bezittingen in de Bataafse Republiek voor zijn Huis te regelen. Hij kreeg geen concrete toezeggingen en verliet Frankrijk teleurgesteld. In mei 1802 werd de erfprins echter een financiële schadeloosstelling (vijf miljoen gulden) in het vooruitzicht gesteld. Ook ontving hij ter compensatie de soevereiniteit over enkele Duitse gebieden, waaronder Dortmund, Fulda, Corvey en Weingarten. Deze gebieden verloor hij samen met de Nassause vorstendommen weer in 1806 toen hij weigerde toe te treden tot de Rijnbond (een verbond van Duitse staten onder toezicht van Napoleon).In 1806 doopte keizer Napoleon de Bataafse Republiek om tot het Koninkrijk Holland, met op de troon zijn broer Lodewijk. Lodewijk kwam naar de zin van zijn broer echter te zeer op voor de Hollandse belangen, waarop Napoleon het Koninkrijk Holland in 1810 bij Frankrijk inlijfde, een situatie die tot 1813 zou blijven bestaan. In de zomer van 1811 bezocht Napoleon het Nederlandse deel van zijn keizerrijk, waarbij hij onder andere Amsterdam aandeed. Uit het eerbetoon dat hem tijdens de rondreis ten deel viel, maakte hij ten onrechte op dat de Nederlanders zich verzoend hadden met de nieuwe situatie en er de voordelen van inzagen.
Vanaf 1812 groeide het verzet; Napoleons Russische veldtocht liep uit op een mislukking en verscheidene personen uit de bovenklasse begonnen in het geheim plannen te maken voor het geval het Keizerrijk zou instorten. In de aanloop naar de slag bij Leipzig (16-19 oktober 1813) werden in het Nederlandse deel van het Franse Keizerrijk zoveel mogelijk manschappen en materieel weggehaald en naar Saksen gestuurd. De slag eindigde in een verpletterende nederlaag voor Napoleon. De al begonnen desintegratie van het Keizerrijk zette zich nu in een nog hoger tempo voort. De Fransen begonnen aan de terugtocht. In veel plaatsen braken opstanden en rellen uit (bijvoorbeeld tijdens Bijltjesdag op 15 november in Amsterdam).
Terwijl Pruisische en Russische legers in de richting van Amsterdam marcheerden, nam een Voorlopig Bestuur bestaande uit Gijsbert Karel van Hogendorp, Adam baron Van der Duyn van Maasdam en Van Limburg Stierum, het Haags Driemanschap, op 21 november de macht over en bereidde de terugkeer van de Prins van Oranje voor. Deze kwam op 30 november vanuit Engeland aan in Nederland.
Uiteindelijk deed Napoleon op 5 april 1814 afstand van de Franse troon. Hij werd verbannen naar het eiland Elba, dat hem als soeverein gebied werd toegewezen. Hij mocht zijn keizerstitel blijven voeren en een beperkte troepenmacht onderhouden. Na zijn val werd onder voorzitterschap van de Oostenrijkse minister Metternich in Wenen een congres gestart om Europa staatkundig opnieuw vorm te geven. Maar Napoleon wilde zijn macht terug. Hij landde op 1 maart 1815 met een kleine legermacht in Zuid-Frankrijk.
Hij rukte op naar Parijs en steeds meer troepen sloten zich bij hem aan. Willem Frederik (Willem I) was inmiddels Soeverein Vorst over de Nederlanden. In de internationale verwarring en paniek van het moment besloot Willem I niet langer te wachten op de slotakte van het Congres van Wenen en nam hij de titel Koning der Nederlanden aan (16 maart 1815). Op 20 maart arriveerde Napoleon in Parijs.
Hij begon vervolgens een offensief richting het noorden, maar werd gestopt in het huidige België. De slag bij Waterloo op 18 juni 1815 vormde de definitieve ondergang van Napoleon. De latere koning Willem II speelde een rol in de aanloop naar deze slag (Quatre Bras), aan de zijde van de geallieerde tegenstanders van Frankrijk.
In het najaar van 1815 werd Napoleon uiteindelijk voor de tweede maal verbannen, nu naar Sint-Helena, een eiland in het zuiden van de Atlantische Oceaan. Hier overleed hij bijna zes jaar later.
Zie ook Congres van Wenen > Voorlopig Bestuur.