Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

TAYLOR, Frederick Winslow

betekenis & definitie

(1856-1915) Amerikaans ingenieur en econoom. Nadat hij begonnen was als handarbeider bij de Midvale Steel Company, werd hij ingenieur, ontdekte snel afkoelende staalsoorten (1898) en ontwikkelde een rationele arbeidsorganisatiemethode die zijn naam draagt.

Deze methode bestaat erin alle fasen van een bepaald werk dat gedaan wordt door een arbeider die daar van te voren voor is uitgezocht, in tijd vast te leggen, om nutteloze handelingen te vermijden, om de beste werktijden vast te stellen, en om tenslotte allen aldus vastgestelde normen op te leggen. Taylor heeft het welzijn der arbeiders willen vergroten door hun rendement op te voeren en hun vermoeidheid te verminderen. Maar zijn systeem heeft alleen maar de produktiviteit vergroot; zij heeft de fysieke en geestelijke gezondheid der arbeiders geschaad. Om de opgelegde tijden te volgen, werken velen zich over de kop en vergeten de veiligheidsmaatregelen te volgen; degenen die worden ontslagen, worden niet meer in dienst genomen. Het taylorisme houdt niet voldoende rekening met de individuele verschillen en algemeen gezegd, met de psychologische factoren; zij heeft dan ook felle kritiek gekregen en is geleidelijk vervangen door een nieuw systeem (‘Personal Management’, onder invloed van de dynamische psychologie van → Lewin) dat veel doeltreffender is, omdat het met de wensen en strevingen van de arbeider rekening houdt. Taylor schreef o.a.: Studies omtrent werkorganisatie in de fabriek (1903) en Organisatieprincipes in fabrieken (1911).