Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

SEKSUALITEIT

betekenis & definitie

geheel der verschijnselen van het seksuele leven. De psychoanalytici maken een onderscheid tussen genitali- teit, het geheel der kenmerken verbonden aan de voortplantingsorganen, en seksualiteit die zich uitstrekt tot de → liefde in het algemeen.

Het seksuele leven begint niet met de → puberteit, maar al in de vroegste kinderjaren. De puberteit is slechts een psychofysiologische etappe, de periode waarin de seksuele neiging zich richt op een nieuw doel. —> Freud heeft de chronologie vastgesteld der fasen via welke de seksualiteit van iemand uit ons cultuurgebied in het algemeen verloopt. De fundamentele gedachte is, dat er → erogene zones bestaan (gebieden van het lichaam die plezier kunnen veroorzaken), die in sterkte variëren al naargelang de leeftijd. In het eerste levensjaar is de mond de bron van alle bevrediging (zogen aan de moederborst); tijdens het 2e en 3e jaar verplaatst de belangstelling zich hoofdzakelijk naar de anale zone (het zindelijk worden); tussen het 3e en 5e jaar krijgen de geslachtsdelen de overhand (ontstaan van → masturbatie). Van 6 jaar tot aan de adolescentie is er sprake van het insluime- ren der geslachtsdrift (→ latentie); bij de puberteit komt deze weer plotseling naar boven. Op dat moment richt het individu zich naar de andere sekse.

Seksualiteit hangt af van zowel organische volgroeidheid als sociaal-culturele omstandigheden. In onze maatschappij is ze onderworpen aan strenge regels, van godsdienstige en morele aard. In tal van samenlevingen waarin seksuele relaties niet de belangrijkheid hebben die wij er aan toekennen, ontwikkelt ze zich vrijelijk en kan men kinderen, al vanaf hun 4e jaar, het liefdesspel van hun ouders op natuurlijke wijze zien nadoen. → Adler, Afrodisiacum, Agressie, Angst, Erotiek, Fallus, Seksuologie, Vaginisme.