Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

PUBERTEIT

betekenis & definitie

(Latijn: pubes = haar), geheel der psycho-organische veranderingen die verbonden zijn aan de seksuele rijping en die de overgang aangeven van de kindertijd naar de → adolescentie. Ze manifesteert zich met name door de rijping van het lichaam, de ontwikkeling van de secondaire geslachtskenmerken (schaam- en okselhaar, stemverandering), de eerste menstruatie bij meisjes en de eerste zaadlozing bij de jongens.

De puberteit, die bij ons tussen 12 en 14 jaar begint, kan vroegtijdig zijn (zelden) of verlaat (ongeveer 12%). De puberteit is een psychobiologische crisis welke vaak met moeilijkheden en karakterstoornissen gepaard gaat. Psychosoclologen (Mead) hebben aangetoond dat deze veroorzaakt worden door de dubbelzinnige situatie van de adolescent in onze maatschappij: hij is noch een kind noch een volwassene, heeft geen bepaalde -4 status en blijft onzeker over de → rol die hij moet spelen; als hij onafhankelijk wil zijn (’s avonds weggaan bijv.), komt hij in botsing met de volwassenen, en als hij later geen sociale- of beroepsverantwoordelijkheid durft te nemen, wordt hij eveneens afgewezen. → Rite.