Een weinig gebruikte uitdrukking in de psychoanalyse die betrekking heeft op het Oedipuscomplex bij meisjes
.
ELEKTRO-ENCEFALOGRAFIE.
In 1875 toonde Caton een elektrische activiteit aan in de hersenen van dieren. Berger registreerde in 1929 deze activiteiten bij de mens. Men ontdekte vervolgens potentiaalverschillen die men alfa-, bèta-, theta- en deltagolven noemt. Er is ook een groot verschil tussen het EEG (de registratie van deze hersenpotentialen) van wakende en dat van slapende mensen (is men wakker, dan is er sprake van snelle, laag gevolteerde golven). D.m.v. (een twintigtal) contactelektroden, die op de hoofdhuid zijn aangebracht, is het mogelijk een beeld van de elektrische activiteit van de hersenschors te krijgen ; en dankzij het EEG kunnen allerlei ziekten opgespoord worden: stoornissen als gevolg van een aandoening in de hersenen zelf, maar ook als gevolg van ziekteprocessen elders in het lichaam. Van groot nut kan een EEG zijn bij de diagnose en behandeling van vormen van epilepsie. → Aandacht, Psychiatrie, Waakzaamheid.
