Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

David van Bourgondië

betekenis & definitie

David van Bourgondië, bisschop van Utrecht (1455-1496), *circa 1427 Atrecht, +16.4.1496 kasteel de Duurstede; zoon van → Filips de Goede en diens minnares Nicolette de Bosquiel. David was van 1451 tot 1455 bisschop van Terwaan en werd in 1455 bisschop van Utrecht.

Steunend op de Bourgondische macht dwong hij de stad Utrecht zijn gezag te erkennen, dit ten nadele van de toen zetelende bisschop Gijsbrecht van Brederode. Van 1470-1477 heerste hij onbeperkt over de stad en stichtte er een hooggerechtshof, de → Schive, dat vonnissen van de stedelijke rechters reviseerde. Zijn hof in Wijk bij Duurstede was een middelpunt van kunst en wetenschap. Na de dood van → Karel de Stoute volgde een tijd van verwarring. De stad Utrecht dwong hem op 28.7.1477 de zogenaamde compositie af, als gevolg waarvan David zijn centralisatiemaatregelen moest intrekken. Vanaf 1481 streed de bisschop tegen de Hoekse Utrechtenaren onder leiding van Jan III van Montfoort. Hij werd echter in 1483 door → Maximiliaan I in zijn macht hersteld (→ Hoekse en Kabeljauwse twisten).