(diafragma): grote, dunne spier, die koepelvormig gespannen is tussen buik- en borstholte en deze beide van elkaar scheidt. De bewegingen van het m. worden bestuurd via de middenrifzenuwen.
Wanneer deze doorgesneden worden komt het m. stil te liggen. Kunstmatige verlamming van deze zenuw past men toe om bij longtuberculose de adembeweging van het m. te onderbreken en de long rust te geven. Boven het m. liggen hart en longen. De vorm van het hart hangt voor een deel af van de stand van het m. Lever, maag en milt zijn voor een deel aan het m. bevestigd. Wanneer het m. door samentrekken naar beneden gaat wordt er ingeademd doordat de borstholte groter wordt; dan wordt druk uitgeoefend op de buikorganen.
Middenrifademhaling geeft de organen een interne massage en is ontspannend, zie ademoefeningen. Kramp van het m., zie hik (singultus). Men spreekt van middenrifbreuk wanneer maag of andere buikorganen door de openingen in de spierlaag in de borstholte steken en ingeklemd worden.