Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Hilus

betekenis & definitie

is op zich de aanduiding voor iedere inbochting van een orgaan, waaruit vaten en zenuwen naar buiten komen. Gewoonlijk verstaat men onder h. de longwortel, dus de plek waar de luchtpijp achter borstbeen en hartvaten zich in twee takken splitst en met de vaten aan weerszijden in een longvleugel overgaat.

Hier komen de lymfebanen uit de longen in knopen bijeen. In geval van longziekten zwellen deze op en ze kunnen ook geïnfecteerd worden. Zo ontstaat tuberculose van de bronchiale klieren.

< >