Wat is de betekenis van zwellen?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zwellen

(1906) (Barg.) verwaand worden; bluffen, opscheppen. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948) • (Hans Heestermans & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in d...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zwellen

zwellen - Werkwoord 1. ergatief in volume toenemen Deze kunststof zwelt in aanraking met water.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zwellen

zwellen - onregelmatig werkwoord uitspraak: zwel-len 1. naar alle kanten groter en dikker worden ♢ de zere vinger is helemaal gezwollen 1. hij zwol van trots [hij was erg trots] Onre...

2024-04-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

zwellen

bluffen, opscheppen, verwaand worden: V. BOLHUIS.

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Zwellen

is het in omvang toenemen door opname van water; het tegenovergestelde is krimpen (z. Imbibitie). Bij het z. der knoppen is het opnemen van water de inleiding tot een groeiproces.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zwellen

v., tine, opsette; (van een zweer) swolle, swolmje; minder gezwollen worden, ôfklinke.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwellen

(zwol, heeft en is gezwollen), 1. groter van volume worden, zich naar alle zijden uitzetten : de knoppen der bomen zwellen; vele stoffen zwellen als men ze in water legt; — de zeilen zwellen, gaan bol staan ; — (van menselijke en dierlijke lichamen) zich door inwendige oorzaken uitzetten : mijn benen zwellen;...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

zwellen

verwaand worden.