Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Dieet

betekenis & definitie

(van gr. „diata” = leefwijze): betekent eigenlijk de gehele door de arts bevolen en voorgeschreven leefwijze. Tegenwoordig verstaat men onder dit woord alleen nog maar de voorgeschreven ziekenkost.

De natuurgeneeswijze hecht bijzonder veel waarde aan het dieet, in de meest ruime betekenis van het woord. Daar zij het standpunt inneemt, dat de meeste ziekten veroorzaakt worden door overmatig, onnodig en ondoelmatig samengesteld en toebereid eten, stelt zij de fundamentele eis, dat men geheel overgaat op een natuurlijke voeding. De gezonde basisvoeding moet zoutarm zijn, vrij van scherpe specerijen (peper, mosterd, azijn), overwegend vegetarisch, rijk aan rauwe en verse voedingsmiddelen en afwisselend. Granen worden als muesli van vers schroot en volkorenbrood genuttigd. Fruit en groenten moeten zo mogelijk rauw, of wanneer dit niet mogelijk is, gesmoord gegeten worden. In die gevallen, waarin de voorafgaande beïnvloeding door onnatuurlijke leefwijze te langdurig en ingrijpend geweest zijn, waarin men met zware, meestal chronische toestanden te doen heeft, maar ook in acute, gevaarlijke toestanden, worden tijdelijke dieetvormen voorgeschreven. Onthouden van voedsel leidt tot afbraak van de in het lichaam aanwezige voorraden en daardoor worden ook de opgeslagen schadelijke stofwisselingsslakken verwijderd; door het uitschakelen van de stofwisselingswerkzaamheden wordt het lichaam ontlast, zodat alle krachten beschikbaar zijn voor het overwinnen van de ziekte. Hiervoor bestaan vastenkuren: strenge theevasten, sapvasten (vruchtenen groentesappen), fruit dagen en rauwkostkuren. Door de twee laatstgenoemde kuren wordt het lichaam in overvloed voorzien van stoffen, waaraan het eerst gebrek had. Door eenzijdige diëten kan men een omschakeling teweeg brengen, het organisme een stoot geven, b.v. door de schrootkuur. De natuurgeneeswijze maakt van dergelijke eenzijdige methoden slechts weinig en met mate gebruik.

Zij geeft er de voorkeur aan uit te gaan van het totaal, ook waar het de voeding betreft en naar een harmonie in het aanbod van voedingsstoffen te streven. Voor langdurige behandeling komen alleen die diëten in aanmerking, die harmonisch zijn opgebouwd en waarin alle belangrijke voedingsstoffen aanwezig zijn. Men moet niet tot de conclusie komen, dat een dieet, dat in een afzonderlijk geval tot genezing geleid heeft, voor de dagelijkse voeding gezond en volwaardig is en evenmin kan men aannemen dat een dieet, dat bij één- of meermalig gebruik goed verdragen werd, ook op de lange duur goed verdragen zal worden. In de natuurgeneeswijze zijn de volgende diëten gebruikelijk: vastenkuren (thee-, linusitsoep, sapvasten), fruit-, rauwkostkuren, overwegend vegetarisch voedsel en van tijd tot tijd de schrootkuur of de Mayrkuur, zie ook voeding.