levensmiddel uit meel van de broodgranen, dat wordt klaargemaakt door deegvorming, losmaken van het deeg met behulp van gist of zuurdesem, waarna het tenslotte gebakken wordt. De kwaliteit hangt af van het feit of de gehele korrel met inbegrip van de kiem al of niet verwerkt wordt en of door malen de voor de gezondheid belangrijke delen verloren gaan.
Witte bloem is voor 50 tot 70% uitgemalen, kiemen en schilletjes (zemelen) worden voor het uitmalen van de korrel gescheiden. Daardoor wordt het meel arm aan vitaminen en groeistoffen: tandbederf chronische verstopping zijn het gevolg van het eten van deegwaren, die uitsluitend van witte bloem vervaardigd zijn. De natuurgeneeskunde stelt dan ook de eis, dat men uitsluitend volkorenbrood eet om deze volksziekten en door de voeding toegebrachte schade tegen te gaan. Het broodmeel moet afkomstig zijn uit de volle korrel en direct voor het bakken gemalen zijn; bewaren van volkorenmeel leidt tot verlies van vitaminen en mineralen.
De hogere verteerbaarheid van het wittebrood en ook de hogere verzadigingswaarde heffen het gebrek aan vitaminen en verlies van mineralen niet op. Brood moet niet vers, maar altijd minstens één dag oud gegeten worden en eisen stellen aan de kauwfunctie.