Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Bemesting

betekenis & definitie

uit de organische en anorganische stoffen in de bodem bouwt de plant met behulp van chlorofyl en zonlicht de voor haar belangrijke voedings- en groeistoffen op. Deze dienen in de plantaardige voeding weer voor de opbouw van de lichaamssubstantie en belangrijke lichaamssappen.

De bodem moet deze stoffen echter weer toegevoerd krijgen. In de natuur gebeurt dat door afbraak van afgestorven planten en plantedelen, vergane dierlijke delen en uitscheidingen. Bij het kweken van planten in land- en tuinbouw moeten deze stoffen op gezette tijden in de grond gebracht worden om deze vruchtbaar te maken. Het beste is bemesting met compost, met dierlijke uitscheidingen daaraan toegevoegd. Compost bestaat uit met mineralen verrijkte rottende plantedelen, vermengd met aarde. Bij de biologisch-dynamische bemesting vindt compostering onder toevoeging van bepaalde planten plaats, om ook op dit gebied een doorbraak van de totaliteitsgedachte te bewerkstelligen, terwijl de gewone landbouw, die bedacht is op rentabiliteit, alle bruikbare afval gebruikt voor compostering en niet planten speciaal verbouwd voor compostering. Kunstmest is scheikundig samengesteld.

De belangrijkste voedingselementen worden in gemakkelijk afbreekbare vorm in de grond gebracht, om de opbrengst te doen toenemen. Hierbij ontbreken de organische rottingsprodukten, ontstaan uit de activiteiten van wormen en bodembacteriën, de hormonale afbraakstadia in de dierlijke uitscheidingen, en meestal ook de sporenelementen. Bemestingsmethoden, die te ver van de natuurlijke bemesting afwijken, geven plantaardige voedingsmiddelen, die biologisch niet volwaardig zijn. Het is mogelijk de opbrengst kwantitatief tijdelijk groter te maken of op peil te houden, maar op den duur valt deze mogelijkheid weg. Tussendoor moet altijd tenminste dierlijk-organisch bemest worden. Bij de natuurlijke leefwijze hoort natuurlijke bemesting en natuurlijke behandeling van de planten. Wanneer daarvan afgeweken wordt, leidt dat op den duur tot ontaarding van de planten en van de wezens die zich ermee voeden. Zie Reformbeweging.