waterrijke rest die er van de grondstoffen der spiritusfabricage*: granen, aardappelen of melasse overblijft, nadat de gisting heeft plaatsgehad en de gevormde alkohol is afgedestilleerd. De geringe hoeveelheid kalkarme, droge stof bestaat voor een groot deel uit stikstofhoudende stoffen, die méér werkelijk eiwit bevatten dan de gebruikte grondstof, aangezien de gist eiwit opbouwt.
De samenstelling is zeer afhankelijk van de gebruikte grondstof; die van granen is de beste; dan volgt aardappel-S.; melasse-S. is voor veevoeder feitelijk ongeschikt. S. dient liefst vers en warm te worden gevoederd, wegens gevaar van azijnzuurvorming. Het gebruik is daarom vrijwel beperkt tot het S.-district nabij Schiedam en wel voor rundvee en varkens. Gedroogde spoeling wordt veel minder gebruikt.