(1), in de spinnerij een buisvormig lichaam, dat dient voor het opwinden der gesponnen draden;
(2) (natuurk.) constructie bestaande uit één of meer draadwindingen, die de electrische stroom een cirkelvormige beweging verlenen. Hierdoor wordt in de spoel een magnetisch veld opgewekt, waardoor een zelfinductie ontstaat (een spoel kan derhalve, in tegenstelling met een condensator, gelijkstromen doorlaten en wisselstromen tegenhouden). Men onderscheidt rechte spoelen (solenoïdes) en cirkelvormige spoelen (soroïdes); z Bifilair en Smoorspoel;
(3) onderste, holle, deel van een vogelveer.