De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Maand

betekenis & definitie

oorspr. naam voor de omloopstijd van de maan, van nieuwe maan tot nieuwe maan. Daar het zonnejaar niet precies gelijk is aan 12 omloopstijden van de maan, werd soms een 13e maand ingelast.

Later (bij de Egyptenaren reeds zeer vroeg) houdt de vaststelling van de maandlengte geen verband meer met de maanbeweging. Onze huidige maanden zijn vastgesteld door Jul. Caesar. Van de Romeinen stammen ook onze namen der maanden. Oorspr. 10 maanden: Martius, Aprilis, Maius, Junius, Quinctilis (de 5e, later Julius, naar Julius Caesar), Sextilis (de 6e, later Augustus, naar keizer Augustus), September (de 7e) enz. tot December (de 10e). Januarius en Februarius later toegevoegd.In de sterrenkunde onderscheidt men: draconitische maand (27 dg, 5 uur, 5 min., 36 sec.), bepaald t.o.v. één der snijpunten der maanbaan met de ecliptica*; tropische maand (27 dg, 7 uur 43 min., 5 sec.), bepaald t.o.v. één der snijpunten der maanbaan met de hemelaequator; siderische maand (27 dg, 7 uur, 43 min., 11,5 sec.), bepaald t.o.v. de vaste sterren; anomalistische maand (27 dg, 13 uur, 18 min., 33 sec.), bepaald t.o.v. het perigaeum, d.i. het punt der maanbaan dat zich het dichtst bij de aarde bevindt; synodische maand (29 dg, 12 uur, 44 min., 3 sec.), het gemiddeld tijdsverloop tussen twee volle manen.