Synoniemen zoeken
Synoniem van maand
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
maand
maand - periode van 28 tot 31 dagen. Januari heet in de volkskunde louwmaand. Dan komen februari (in de volkskunde sprokkelmaand, in België kortemaand), maart (lentemaand), april (grasmaand), mei (meimaand of, in de volkskunde, bloeimaand), juni (zomermaand) en juli (honingmaand). Augustus (oogstmaand), september (herfstmaand), oktober (wijnmaand), november (slachtmaand) en december (wintermaand).
Zie: periode.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
maand
maand - zelfstandig naamwoord
1. een twaalfde deel van een jaar, ongeveer dertig dagen
♢januari is de eerste maand van het jaar
Zelfstandig naamwoord: maand
de maand
de maanden
het maandje