De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Maan

betekenis & definitie

hemellichaam dat de aarde begeleidt bij haar baan om de zon. Ook andere planeten bezitten één of meer manen: Mars 2, Jupiter 11, Saturnus 10, Uranus 4, Neptunus 1.

De gemiddelde afstand tot de aarde 384.400 km (de baan die de M. om de aarde beschrijft is n.l. een ellips). Middellijn 3480 km (van de aarde 12756 km), haar „soortelijk gewicht” 3,3. De zwaartekracht is er ⅙ van die op de aarde. Geen zuivere bol maar heeft een flauwe peervorm, scherpste zijde steeds naar de aarde gekeerd. Doordat zij periodiek nu eens 5° boven, dan weer 5° onder het vlak van de ecliptica staat en door de dagelijkse draaiing van de aarde treden onregelmatigheden op (libraties), waardoor in totaal 4/7 van het maanoppervlak waargenomen kan worden. Temp. aan zonzijde tot + 100° C; aan schaduwzijde tot 150°C onder nul.

Reflecteert ca 7 % van het opvallende zonlicht. Door de variërende opstelling van zon, maan en aarde ten gevolge van de bewegingen om elkaar heen vertoont de maan schijngestalten. Bij volle maan (afk. V.M.) is het vanaf de aarde zichtbare maanoppervlak geheel verlicht en staat de aarde ongeveer tussen zon en maan; alleen bij deze stand is maansverduistering mogelijk. Deze vindt feitelijk plaats, wanneer de schaduwkegel van de aarde de maan treft. Bij nieuwe maan (afk.

N.M.) is het vanaf de aarde zichtbare maanoppervlak donker, behalve een flauwe verlichting door van de aarde teruggekaatst zonlicht; M. ongeveer tussen aarde en zon; alleen bij deze stand is zonsverduistering mogelijk. Bij het eerste kwartier of wassende maan (afk. E.K.; maansikkel naar rechts gebogen) wordt de maan door de zon van opzij belicht, evenals dat bij het laatste kwartier of afnemende maan (afk. L.K.) het geval is. De maan heeft geen dampkring; een dode wereld met geweldige gebergten en kraters.

< >