Anton G. van (1842-1907), Ned. romanist, hoogl. Groningen in de Romaanse talen.
Anton G. van (1886), tweede zoon van G. A. van H., hoogl. Utrecht in de Germaanse talen, schreef Inl. tot de Keltische taal en letterk. (1917).
Gérard A. van (1842-1917), Ned. strafrechtsgeleerde. Hoogl. te Amsterdam 1880-1909. Liberaal lid van de Tweede Kamer (1909). Aanhanger van de zg. moderne richting, die in straf een middel ter verdediging van de maatschappelijke orde ziet. Mede-oprichter van het Tijdschrift voor Strafrecht en van de Union internationale de droit pénal. Hoofdwerk: Inleiding tot de studie van het Ned. Strafrecht.
Joost A. van (1880), Ned. jurist. Hoogl. Amsterdam (1910). Van 1925-1929 was H. Hoge Commissaris van de Volkenbond in Danzig. Na W.O.
II vertegenwoordigde hij Ned. op de vredesconferentie te Parijs (1946). Sinds 1945 president van het Amsterdamse Bijzondere Gerechtshof.