(1), (Lat. oorzaak). Naar Aristoteles onderscheidt men causa formalis (vormende oorzaak), causa materialis (in de materie werkende oorzaak), causa efficiens (waardoor latere toestanden door vroegere worden teweeggebracht) en causa finalis (eind- of doeloorzaak).
In de middeleeuwen onderscheidde men tussen causa prima (God) en causae secundae (in de schepping gelegen, natuurlijke oorzaken). God werd door de Scholastici causa sui, oorzaak van zichzelf, genoemd. Spinoza noemde zijn substantie causa sui ;(2) in het recht gebruikt als oorzaak van een verbintenis of overeenkomst, van levering of van verjaring. Ook wel : rechtszaak.