Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- kamferachtig
- kamferboom
- kamferspiritus
- kamgaren
- kamhagedis
- kamhout
- kamig
- kamille
- kamizool
- kammen
- kamneus
- kamoening
- kamoes(leer)
- kamoesleren
- kamp
- kampak
- kampanje
- kampeerder
- kampeerplaats
- kampement
- kampen / Kampen
- kamper
- kamperen
- kamperfoelie
- kampernoelie
- kampersteur
- kamperui
- kampgeld
- kampioen
- kampioenschap
- kampo(e)ng
- kampo(e)nghond
- kamprechter
- kampvechter
- kampvuur
- kampwerk
- kamrad
- kamuisleer
- kamwiel
- kamwol
- kan
- kanaal
- kanaaltol
- Kanaän
- Kanaänieten
- Kanaänietisch
- kanalisatie
- kanaliseren
- kanalje
- kanarie
- kanariegeel
- kanarievogel
- kanariezaad
- kanaster
- kandeel
- kandelaar
- kandelaren
- kandij
- kaneel
- kaneelappel
- kaneelboom
- kaneelkleurig
- kaneelolie
- kaneelwater
- kanefas
- kanephoor
- kangoeroe
- Kaninefaat
- kanis
- kanjer
- kanker
- kankeraar
- kankerachtig
- kankerbloem
- kankeren
- kankerinstituut
- kannebuis
- kannekenskruid
- kannekijker
- kannengieter
- kannewasser
- kannibaal
- kannibaals
- kannibalisme
- kano
- kanoetvogel
- kanon
- kanon(nen)vlees
- kanonbeen
- kanonboer
- kanongebulder
- kanonnade
- kanonneerboot
- kanonnenkoorts
- kanonneren
- kanonnier
- kanonschot
- kanonskogel
- kanonvuur
- kans
