Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie I
- ingenieus
- ingenium
- ingenomen
- ingenomenheid
- ingénu
- ingénue
- ingeschapen
- ingesloten
- ingespannen
- ingetogen
- ingetogenheid
- ingetrokken
- ingeval
- ingeven
- ingeving
- ingevolge
- ingewand
- ingewandswormen
- ingeweide
- ingewijde
- ingewikkeld
- ingeworteld
- ingezetene
- ingezonken
- ingierig
- ingoed
- ingooien
- ingraven
- ingrediënt
- ingriffelen, ingriffen
- ingrijpen
- ingrossatie
- inhaerent
- inhaerentie
- inhakken
- inhalatie
- inhalatieapparaat
- inhalatietoestel
- inhalatorium
- inhalen
- inhaleren
- inhalig
- inham
- inhebben
- inhechtenisneming
- inheems
- inheet
- inheien
- inherent
- inhoud
- inhouden
- inhouding
- inhoudsmaat
- inhoudstafel
- inhout
- inhouwen
- inhuldigen
- inhumaan
- inhumatie
- inhuren
- initia
- initiale
- initiatie
- initiatief
- injectie
- injectiespuitje
- injector
- injunctie
- injurie
- injuriëren
- ink
- Inka, Inca
- inkalven
- inkankeren
- inkarnaat
- inkarnaten
- inkeep
- inkeer
- inkelderen
- inkepen
- inkeping
- inkeren
- inkerven
- inkijk
- inkijken
- inklaren
- inklaring
- inkleden
- inklimming
- inklinking
- inkom
- inkomeling
- inkomen
- inkomst
- inkomstenbelasting
- inkoop
- inkoopboek
- inkoopsprijs
- inkopen
- inkorten
