XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Wilhelm Friedemann Bach

betekenis & definitie

Wilhelm Friedemann Bach (Weimar 1710-Berlijn 1784) was een Duitse componist. J.S. Bachs lievelingszoon, de oudste, wiens onstabiele leefwijze een volledige ontplooiing als componist in de weg schijnt te hebben gestaan. In zijn oeuvre, dat wemelt van verrassingen en abrupte wendingen, wisselde hij zelfs binnen afzonderlijke composities de barokke polyfonie af met het moderne 'empfindsame' en klassieke idioom.

Uit het Clavier-Büchleinfür Wilhelm Friedemann Bach, dat zijn vader samenstelde, blijkt zijn talent als aankomend klavecinist. Hij studeerde wiskunde, filosofie en rechten in Leipzig en werd vervolgens organist in Dresden. Hier verkeerde hij met de musici van het luxueuze en muzikale hof, en schreef hij vooral instrumentale muziek. In heel Duitsland was hij beroemd om zijn virtuoze orgelimprovisaties, en in 1746 verwierf hij in Halle de belangrijke post van organist en componist. Deze functie verschafte hem de bijnaam 'de Hallense Bach'. Het daar heersende sobere piëtisme strookte echter minder met Bachs liberale en rationalistische mentaliteit. Hij ontvluchtte de stad dan ook regelmatig om in Berlijn en andere plaatsen te musiceren. Nadat hij in 1762 de even belangrijke, maar beter gehonoreerde positie van kapelmeester aan het hof in Darmstadt had aangenomen, stelde hij de verhuizing om onduidelijke reden zo lang uit dat hem die baan ontglipte. In Halle bracht onaangepast gedrag hem in conflict met zijn superieuren, zodat hij zijn brood vooral moest verdienen met het geven van lessen bijv. aan zijn broer Johann Christian en concerten. Zonder vaste aanstelling leidde Bach vanaf 1770 in Brunswijk en Berlijn een steeds wereldvreemder leven, dat hij onder meer bekostigde door manuscripten van zijn vader te verkopen of onder eigen naam uit te geven. Zelfs de hulp van Anna Amalia van Pruisen en van vrienden kon niet voorkomen dat hij zijn weduwe en dochter in armoede achterliet.

Oeuvre
Ca.100 klavecimbelen orgelwerken; ca. 25 kerkelijke werken; ca. 20 symfonieën en concerten; 2 wereldlijke vocale werken; ca. 25 canons; 17 kamermuziekwerken.