XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Tristan Keuris

betekenis & definitie

Tristan Keuris (Amersfoort 1946-Amsterdam 1996) was een van de weinige naoorlogse componisten die een breed publiek wist te bereiken. Zijn expressieve en kleurrijke stijl verbindt op een eigenzinnige manier atonale en tonale tradities.

Tristan Keuris kreeg vanaf zijn elfde pianoles en begon tegelijkertijd met componeren. Aan de plaatselijke muziekschool leerde hij de twaalftoonstechniek doorgronden, die hij verder uitdiepte aan het Utrechts conservatorium onder de hoede van Ton de Leeuw. Maar toen hij zijn studie in 1969 afsloot met de Prijs voor Compositie, zat hij muurvast: 'De twaalf tonen zijn op,' verzuchtte hij en hij constateerde dat de dodekafonie slechts leidde tot grauwe composities, terwijl hij juist behoefte had aan traditionele spanningsbogen. Stravinski's Symphony in Three Movements werkte als een katalysator: getroffen door 'haar ongelooflijke vitaliteit en zeggingskracht' ging Keuris zich herbezinnen op de klassieke harmonie. Dit leidde tot het orkestwerk Sinfonia (1972-74), geschreven in een vrij-atonaal idioom, maar eindigend met een zinderend slotkoraal in E-groot. Het werd onderscheiden met de Matthijs Vermeulen Prijs en betekende zijn doorbraak. Hierna incorporeerde Keuris steeds meer tonale elementen en versoberde hij zijn aanvankelijk complexe ritmiek, hetgeen hem wel het predikaat 'neoromanticus' opleverde. Maar Keuris' kracht was nu juist dat hij moderne technieken als het gebruik van stilte, grote intervalsprongen en een sterke mate van dissonantie wist te combineren met een warme lyriek en grote emotionele zeggingskracht. Zijn flair voor instrumentatie leverde kleurrijke, transparante klankwerelden op, die dankzij een uitgekiende structuur blijven stromen: dit is muziek die werkelijk ademt. Hoogtepunten in dit verband zijn de orkestwerken Movements (1981), Concerto for Saxophone Quartet and Orchestra (1986), het Tweede vioolconcert (1995) en het Klarinetkwintet (1988).

Keuris' composities vallen vaak met de deur in huis: 'Ik wil de luisteraar vanaf het eerste moment in mijn greep krijgen.' Zo introduceert een eenzame klarinet al in de beginmaten van het Pianoconcert (1979-80) het thematisch materiaal en openen beide Vioolconcerten met indringende cantilenen van de solist. Hoewel Keuris zijn welvende melodieën steeds verder uitspon, ging hij pas laat voor de menselijke stem componeren. Dit leverde meesterwerken op als To Brooklyn Bridge voor koor en ensemble (1988); de aangrijpende Michelangelo Songs voor mezzosopraan en orkest (1990) en het meeslepende Laudi voor twee solisten, koor en orkest (1992 -93). Dit op teksten van Gabriele D'Annunzio gebaseerde oratorium bezingt in warmbloedige tinten het verglijden van de tijd, waarbij diffuse koorpassages zwemen naar Debussy en klokachtige orkestklanken herinneren aan Stravinski. Maar voor alles klinkt deze muziek naar Keuris: diepmenselijk, emotioneel overtuigend en bijzonder rijk geschakeerd. Tristan Keuris was een groot componist, die helaas vroegtijdig overleed.

Oeuvre
27 orkestwerken, waaronder 10 (solo)concerten en 4 werken met vocale solisten en/of koor; 23 kamermuziekstukken.