Wat is de betekenis van flair?

2024-04-27
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

flair

(zelfstandig naamwoord) [alg.] vlotheid - Joost schrijft met een vlotheid en geloofwaardigheid die men ziet bij auteurs die al jaren in het vak zitten.

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flair

flair - Zelfstandignaamwoord 1. persoonlijke uitstraling

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

flair

flair - zelfstandig naamwoord 1. charmante en vlotte manier van doen ♢ met zijn flair bereikt hij veel Zelfstandig naamwoord: flair de flair

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Flair

[Fr., van flairer = ruiken, van VLat. flagrare = Lat. fragrare = (wel)riekend zijn] scherp reukvermogen van jachthond; (fig.) fijne neus voor wat goed is, handigheid, gemak.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Flair

vlotte vaardigheid

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

flair

besondere aanleg.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Flair

fijne neus (voor iets), handigheid.

2024-04-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Flair

fijne reuk; speurzin; avoir du flair, een fijne neus hebben.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)