XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Kurt Weill

betekenis & definitie

Kurt Weill (Dessau 1900-New York 1950) was een bewonderde én bekritiseerde Duitse componist, na 1943 Amerikaans staatsburger . Schreef tot 1933 spraakmakende avant-garde theaterwerken, onder andere in samenwerking met de schrijvers Georg Kaiser en Bertolt Brecht. Ook de Broadway-musicals die hij na 1935 componeerde, bewijzen zijn vakmanschap en zijn onaflaatbare drang tot vernieuwing. Zijn karakteristieke mix van verschillende stijlen kan worden beschouwd als een voorbode van het postmodernisme.

Kurt Weill studeerde compositie bij Humperdinck, contrapunt en directie aan de Berliner Musikhochschule en nam privé-lessen bij Schönberg. Ten slotte wendde hij zich tot Busoni aan de Berlijnse Akademie der Künste en tot Jamach voor een extra training contrapunt. Ten tijde van de wankele Republiek van Weimar, na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog en onder de snel toenemende dreiging van de nationaal-socialistische terreur, floreerde het culturele leven in Berlijn. Het was de stad van componisten als Paul Hindemith, Franz Schreker, Emst Krenek, Hanns Eisler en Kurt Weill, en van Bertolt Brechts nieuwe epische theater. De kortstondige, buitengewoon vruchtbare samenwerking tussen de jonge Weillen de jonge Brecht resulteerde in toppers als Die Dreigroschenoper (1928), Aujstieg und Fall der Stadt Mahagony (1927-30) en in de onovertroffen balletcantate Die sieben Todsünden (1933). Liederen spelen de hoofdrol in Die Dreigroschenoper, het meest uitgevoerde theaterstuk van de 20e eeuw. Er duiken elementen uit de 18e-eeuwse opera seria in op, en uit de klassieke komische opera. Herkenbaar eigentijdse muziek, geïnspireerd op cabaret en revue, jazz, operette en muziek uit de danszalen, plaatste het stuk echter stevig in het hier en nu van dat moment. Natuurlijk hoorde daar een moderne instrumentatie bij, met saxofoons, banjo en Hawaïgitaar. 'Met de Dreigroschenoper wilden Bert Brecht en ik de oervorm van opera opsporen,' verklaarde Weill in 1929.'Wij hadden niet de bedoeling een operaparodie te schrijven wij wilden een nieuw theatergenre maken.' Dit zoeken naar vernieuwing bleef een rode draad in Weills loopbaan, ook nadat hij zich op de vlucht voor de nazi's met zijn vrouw Lotte Lenya in 1935 in de Verenigde Staten had gevestigd. Broadway-musicals als Johnny Johnson (1936), Lady in the Dark (1940), Street Scene (1946) en Lost in the Stars (1949) laten zien dat Weill voor elk nieuw werk een eigen stijl, vorm, muzikale taal en thematiek zocht.

Oeuvre
Ruim 30 theaterwerken;10 werken voor film of radio; muziek bij 15 toneelstukken;10 orkestwerken, waaronder 2 symfonieën; 10 koorwerken; ruim 40 liederen; 5kamermuziekwerken.