XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Gabriel Pierné

betekenis & definitie

Gabriel Pierné (Metz 1863-Ploujean 1937) was een Franse componist van lichtvoetige muziek in een eclectisch idioom. Op het Parijse conservatorium was hij leerling van Massenet en van Franck die hij als organist van de Sainte-Clotilde opvolgde.

Pierné schreef een gevarieerd oeuvre, fantasierijk georkestreerd en geïnstrumenteerd. Inspiratie hiertoe deed hij op tijdens de 25 jaar waarin hij dirigent was van de Parijse Concerts Colonne. Uitvoeringen van werk van Franse tijdgenoten stonden onder zijn leiding, en ook dirigeerde hij premières van werken van Debussy, Ravel en Roussel, en van Stravinski's suite uit De vuurvogel (1911).

Pierné was een erudiet mens, maar dit stond een spontane, levendige componeertrant niet in de weg waarbij ernst en humor, traditie en exotisme elkaar afwisselden. Zijn biograaf Tony Aubin noemde hem 'eenvoudig als het koren, Tijk als de korenaar'. Zijn vroege composities omvatten vooral liederen, werken voor piano en lichtvoetige opera's. Vanaf 1900 ontstond veel kamermuziek en hierin was Pierné op zijn best: de Sonate voor viool en piano (1900), het Kwintet voor piano en strijkers (1917) en de Sonate voor cello en piano (1919). In zijn latere jaren ligt de nadruk op balletmuziek (bijv. Cydalise et le chèvrepied, 1923) en op opera (o.a. Fragonard, 1930).

Oeuvre
10 opera's en komedies; 8 balletten; 14 orkestwerken; 17 kamermuziekwerken; 7 vocale werken; een 40-tal liederen; 20 werken voor piano.