XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Coda

betekenis & definitie

Een coda (lt. staart) is een toegevoegd 'aanhangsel' aan een afgesloten muziekvorm, vooral bij het menuettrio, het scherzo en de sonatevorm.

Oorspronkelijk was de coda een korte samenvatting van het voorafgaande, vergelijkbaar met een spreker die zijn betoog afsluit: 'En dus...'. Mozart en Beethoven kwamen echter op deze plaats soms nog met nieuwe gedachten en niet eerder gebruikt muzikaal materiaal, alsof zij op de valreep wilden zeggen: 'En bovendien...' Het werd een enorm krachtig retorisch middel waarmee de componist de luisteraar onverwacht kon meevoeren naar een hoger plan. Bij Mozart gebeurde dat bijv. aan het eind van het tweede deel van zijn Strijkkwartet KV 465, het 'Dissonantenkwartet'; bij Beethoven aan het eind van het eerste deel van zijn Derde symfonie, de 'Eroica'. Beethoven breidde de coda uit tot iets wat leek op een tweede doorwerking, en in zijn voetspoor schreef Bruckner coda's van monumentale omvang.

< >