De hoogte van het gezinsbudget bepaalt voor een belangrijk deel welke goederen zullen worden aangeschaft en in welke hoeveelheden. Bij een laag budget spelen de uitgaven voor voeding een belangrijke rol. Neemt het budget toe, dan is er een verschuiving waar te nemen in de primaire levensbehoeften. Er worden minder meel, aardappelen en rijst (zogenaamde inferieure goederen) gekocht, terwijl er tegelijkertijd meer geld wordt uitgegeven aan fruit en duurdere vleeswaren. Pas als het budget boven een bepaalde drempel stijgt, kan men zich een bepaalde luxe, bijvoorbeeld buitenlandse reizen, veroorloven.
Door middel van de budgetelasticiteit van de vraag worden de veranderingen in procenten van de gevraagde hoeveelheid goederen duidelijk als het budget met 1% verandert.
